maandag 28 mei 2018

Grommende vliegtuigmotoren




Zon, zee en strand. Dat moest het worden het afgelopen weekend. En na een route vol omleidingen en niet duidelijke bebording werd het dat ook even. We supten. Soort van, omdat we er bij bleven zitten op die plank, terwijl de regels geloof ik gebieden dat je het staande doet. We lagen op het board en genoten van de omgeving, het kabelende water en de zomer.

Beachlodge

We aten een hapje en dronken een drankje. Met de deuren wijd open probeerde we vervolgens de hitte te verdrijven uit onze ietwat primitieve beachlodge, door lief tot bakkerij omgedoopt omdat je er zo brood in kon bakken.

Grommende vliegtuigmotoren

’s Avonds werd echter alles opeens anders, zoals dingen soms opeens iemands leven 360 graden kunnen omdraaien. Ik hoorde het als eerste: grommende vliegtuigmotoren. Althans dat dacht ik. Vliegveld Rotterdam dacht lief. Maar dat leek me toch wel wat ver weg.

Uitbreiding vliegveld Lelystad

Ik dacht aan uitbreiding van vliegveld Lelystad, maar daarvoor zaten we te ver weg en aan de andere kant van het land. Het gegrom bleef niet alleen aanhouden, het werd heviger. Alsof er meer vliegtuigen waren. Na het openen van de deur – die uitzicht bood over het meer waaraan we logeerden - zag ik al dat het foute boel was. Drie helikopters met grote schijnwerpers vlogen systematisch over het meer en beschenen daarbij minutieus het water. Zwaailichten vanaf de andere kant lieten tevens zien dat het serieus was. Aj zei ik, daar zijn mensen vermist. Ik kende ze niet die mensen. Toch togen we met zaklantaarns rond het meer. Misschien dachten we. Misschien vinden we iets dat kan helpen. We vonden niets dat kon helpen.

Vermisten uit Lemmer

Ik kon de slaap die nacht niet vatten. Er kropen mensen door mijn hoofd die ik niet kende, maar die niet veilig waren. Zoals er in Lemmer ook mensen waren geweest die niet veilig waren geweest. Vermist. Op het Tjeukemeer, op het water bij het strand. Mensen in een ver land, overvallen door een tsunami. Ik moest aan hen allen denken, aan het verdriet, het leed dat hun dierbaren toen hadden doorgemaakt en ongetwijfeld nog steeds met zich meedragen. Het stormde in mijn hoofd, terwijl er op die dag geen storm te bekennen was. ‘Onze’ mensen van hier zijn heel lang zoek geweest, maar ‘gelukkig’ toch gevonden. Een dag na ons bezoek hoorde we de vermisten van daar na 2 dagen. Maar in beide gevallen is ‘gelukkig’ een ongelukkig woord voor een gebeurtenis die alles veranderde.

maandag 21 mei 2018

Mijn leven in dozen

Ik pel mijn geschiedenis zo lijkt het. Doos na doos komt er van alles boven drijven dat me terugwerpt in het verleden. Liefdesbrieven, veel liefdesbrieven. Van vergane liefdes die op dat moment zo groot en overweldigend waren. Waarvan de vreugde van in het begin van de letters afschiet. Tastbaar bijna.  Waardoor ik dan bijna weer verliefd wordt zoals toen. Maar die dan vaak weer worden gevolgd door brieven later die veel ernstiger van aard worden. Die dan al inhouden dat er een einde aan zit te komen. Ik moet alweer huilen als ik lees hoe bedroefd ik dan was en hoeveel hartenpijn ik eigenlijk heb doorstaan.

Briefjes van heit en mem

Maar er zijn ook de briefjes van mem en heit. Die van mem gaan altijd over eten dat ze voor me heeft klaargezet op het aanrecht. In haar bekende hanenpoten: Stimpstamp met spekjes. Geen toetje, maar wel een appel. Haha, liet ze er dan op volgen. Wat kende ze me goed, wat kookte ze lekker. Haar stimpstamp was de beste ooit.

Instructies om de PC op te schonen

 Heit was altijd wat pragmatischer. Instructies om mijn PC op te schonen. Puntsgewijs, maar oh zo duidelijk. En altijd er boven: lieve dochter.  Wat mooi toch.  En dan; de rouwkaarten van hen beide. De mooiste woorden van de liefste mensen.  Nichtjes die mijn vader een gevallen kastanjeboom noemen. Het ongeloof dat uit die kaarten spreekt. Maar ook de boeken vol informatie van de Thuiszorg omtrent hun situatie. Boeker die steeds triester en deprimerender van aard worden.

Hartsvriendinnen

Maar ook al die geweldige kaartjes van hartsvriendinnen. Antje die overal een grapje over maakte. Anneloes die altijd met zelfgemaakte hersenspinsels kwam. Heidy met mooie kaarten van elders. Maar ook kaarten van vriendschappen die helaas zijn verloren gegaan in de tijd.

Bankafschriften en rekeningen van diners

Ook de mappen vol administratie zeggen alles. De afschriften van de bank nog in miniformaat die je toen nog kreeg thuisgestuurd. De talloze rekeningen van diners, omdat ik nooit wilde vergeten waar en met wie ik had gegeten. De rekeningen van mooie flessen wijn, omdat ik ook die herinneringen nooit wilde wissen. De routes van vakanties, de lijsten met medestudenten, de talloze rekeningen van modezaken. En foto’s. Talloze foto’s van een jongere versie van mezelf. Met een strak gezicht en een strak lijf.

Alles is anders en toch nog steeds hetzelfde

Alles is anders en toch nog steeds hetzelfde. En omdat het niet anders kan, gaat veel toch door de versnipperaar. Met pijn in mijn hart. Maar een aantal zaken gaat terug in de doos. Van hartenpijnbrieven tot eetbriefjes van mem.  Gewoon, omdat ik dat niet anders wil.

maandag 14 mei 2018

Een vette tor in mems onderbroek



Terwijl ik over een weg sukkel die na maanden nog steeds niet af is geeft me dat de tijd om rustig om me heen te kijken. Met 60 op de teller kun je tenslotte de boterbloem, de pinksterbloem, de zuring en de paardenbloem rustig aanschouwen.

Weer even kind

Bij het zien van al dat moois waan ik me weer even kind. Hoe we daar  - waar nu allemaal huizen staan in plan west -  dagen stonden te vliegeren in hoog gras. Vliegtuigen uit Lelystad kwamen er niet over, dus dat kon ongegeneerd.

Pinksterbloemen en boterbloemen en kettingen van paardenbloemen

Waar we boeketten vol pinksterbloemen en boterbloemen plukten voor mem en waar we van de paardenbloem thuis kettingen regen die we elkaar dan vervolgens omhingen. En als je het steeltje met dat witte wat bittere sap in stukjes brak en in het water legde, krulde hij zo mooi om.

Zuring eten

 En die zuring? Die zuring aten we. Liggend in het hoge gras, terwijl we omhoog keken naar de staart van onze vlieger kauwden we op grassprieten en de intens rode zuringstengels die zo goed waren voor de dorst. Flessen cola of sinas waren ons vreemd. Terwijl we daar zo lagen met vriendjes en vriendinnetjes waar we in de avond dan weer blikspuit mee deden en op onze autoped rond het blok scheurden, waren er altijd allerlei insecten te vinden.

Steeds minder insecten

 Spinnen, torren, lieveheersbeestjes, wespen, bijen, libellen en allerlei andere diertjes die zorgen voor biodiversiteit. Toen vriendin Antje en ik en onze respectievelijke moeders in de tuin eens een tent hadden gebouwd van zwart plastic, maar mijn moeder opeens een hele dikke tor in haar onderbroek voelde kruipen,  was het meteen over met de nachtelijke kampeerpret. Dat dan wel weer.


Weiland met alleen gras

Al die herinneringen kwamen boven, terwijl ik twee soorten kampen leek te zien daar in dat landschap. In het ene weiland aan de ene kant van de weg overheersen de kleuren paars, bordeauxrood, geel en een andere kleur geel. In het andere staat echt louter gras dat ook nog eens heel kort gemaaid is. Ongetwijfeld kunstmatig zo veroorzaakt, maar juist die eentonigheid zorgt er denk ik voor dat al die geweldige insecten schitteren door afwezigheid.

Een dikke tor in mijn mems onderbroek

De wolf mag dan zijn weg terug gevonden hebben naar onze provincie, die dikke vette tor uit mijn moeders onderbroek laat zich in geen velden of wegen meer zien. En dat is naast het feit dat deze herinnering nooit meer zal herleven en ik daar wel een miljoen voor zou willen geven, vooral voor de natuur een fikse aderlating.



Foto's komen van Pixabay, Ik mag namelijk niet fotograferen en sturen tegelijkertijd. En die kever, ja die heeft mem waarschijnlijk nadat ze de hele buurt bijeen heeft geschreeuwd toch niet zo heel zachtzinnig behandeld.