maandag 8 januari 2018

Buurman Lolle

Gean es an e kant juh. Met zijn grote lijf en standaard op zijn fiets over de stoep rijdend, zei buurman Lolle dat altijd tegen me. Zijn imposante voorkomen stond in groot contrast met zijn kwetsbaarheid. Vooral toen zijn vrouw vaak niet meer zo goed wist waar ze was. Dan stond hij op straat, sigaretje in de hand en hevig rokend, naar haar te kijken tot ze uit het zicht was verdwenen. Die grote reus met zijn grote handen, stond het huilen dan vaker nader dan het lachen.

'Zijn Gees'

En toen opeens leken hij en zijn vrouw opgelost uit de straat. Toen ik hem eindelijk weer eens tegenkwam en hem vroeg waar ze toch gebleven waren vertelde hij dat zelfstandig wonen niet langer kon. Dat ´zijn´ Gees en hij niet meer zonder de hulp konden. En toen overleed die grote liefde van hem (in ieder geval voor mij) vrij plotseling.

Dat hij haar zo miste

Elke keer als ik hem tegenkwam en ik een praatje met hem maakte, ging het daarover. Dat zij er niet meer was en dat er daardoor eigenlijk niets meer aan was. Dat hij haar zo miste, ondanks het feit dat haar geheugen zo slecht was geworden.

De vonk was gedoofd

Ja, hij fietste gewoon nog naar Onder de Hoek. Stond daar lekker te zwetsen met de andere mannen. Had altijd een woordje of vraagje als ik lang kwam. Maar de vonk was uit zijn ogen. De vonk waarmee hij me aanmoedigde die dag dat ik langskwam met een hoofd zonder haar.

Gewoon doorgaan

´Ik heb het ook gehad, zei hij toen. Heel veel jaren geleden. En ik ben er nog. Dus gewoon doorzetten.´ Hij maakte er verder geen drama van, gaf me met die woorden gewoon hoop dat er genezing mogelijk was.
Vorige week bedacht ik me nog dat ik hem al een paar weken niet gezien had. Misschien een griepje dacht ik nog. Maar vandaan weer zo´n met rouw omrande advertentie met zijn naam erin. Nu weer bij zijn Gees dacht ik, mismoedig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten