maandag 20 oktober 2014

Ik wilde dat iemand je hand had vastgehouden. Tot het einde

Toen ik er naar toe reed, dacht ik :’Laat het een slechte grap zijn. Laat hem daar gewoon staan en lachend zeggen dat het een test was. Dat hij gewoon wilde weten wie er op zijn begrafenis zou komen. Maar dat we nu een feestje gaan vieren. ” Ik hield die hoop tot het laatste moment. Ook toen ik zijn kist in het crematorium zag staan, dacht ik, nee hoopte ik dat het niet waar zou zijn.

Maar er sprong niemand lachend tevoorschijn, er was geen Candid camera. Er was alleen een kist met daarin iemand die met zijn allerlaatste wanhoop had gedaan wat hij al zo vaak had aangekondigd. Waar zoveel moed voor nodig is. Maar wat ook afschuwelijk is. Want als het leven geen leven meer is en dit de enige uitweg is, moet de eenzaamheid enorm zijn. En die eenzaamheid is denk ik het ergste wat er is. We spraken een aantal keren over zijn gevecht in dit leven. Dat konden we omdat ook ik perioden van enorme depressie heb gekend en ook het gevoel dat niets meer waard is om voor te leven.

Zelfdoding: met de moed der wanhoop

Die gevoelens bij mij verdwenen, maar bij hem werden ze alleen maar sterker. Ondanks het feit dat hij zo zijn best deed om het leuk te hebben. Uitstapjes, etentjes, uitgaan, sporten. Alles werd aangegrepen om een beter gevoel te krijgen. Hij klampte zich met de moed der wanhoop vast aan alles wat kon leiden tot meer geluk. Maar dat was er niet. En toen was het op. Helemaal volledig op.

We gunnen je je rust

Ik zat daar zo te kijken. Naar meer dan dappere familieleden die hem begrepen en meer dan wie ook wisten hoe zwaar dit moest zijn geweest. Maar die hem ook de rust gunnen. Naar zijn kind. Naar nichtjes en neefjes die duidelijk heel erg gek op hem waren. Allemaal in diep verdriet.

Was er maar iemand bij je geweest
En ik kon alleen maar denken: was er maar iemand bij je geweest in die laatste momenten. Iemand die je hand vasthield tot het laatste moment. Zodat je niet alleen hoefde te zijn. Want ja, je mocht gaan. Als leven alleen nog maar lijden is, mag dat. Maar laat er dan in ieder geval iemand bij je zijn. Want niemand verdient het om alleen te sterven. Tot ik hoorde dat hij had gesmeekt om hulp. Niet voor zich zelf, want hij wist dat die zogenaamde hulp hem al die jaren ook niet had geholpen. En omdat hij er al klaar mee was. Maar voor de achterblijvers. Omdat hij wist dat die het er heel moeilijk mee zouden hebben. En dat was een prachtige laatste daad. En toch wilde ik het. Dat iemand je hand had vastgehouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten