maandag 10 maart 2014

Stakeholders



Enfin, dat persbericht dus. Het was van een of andere zorginstelling. Die had haar “stakeholders” bij elkaar geroepen en dat was prachtig geweest. Nou geweldig dacht ik. Maar wat zijn in hemelsnaam stakeholders? Vaak zeg je dan maar niets. Omdat je niet dom wilt overkomen, maar ik besloot het toch maar te vragen.

Geachte mevrouw van het persbericht. U stuurt mij een bericht over stakeholders maar ik heb geen flauw benul wat dat zijn. En als ik het al niet snap, hoe moet ik het mijn lezers dan uitleggen?, schreef ik eerlijker dan eerlijk. Ik kreeg een aardig antwoord terug. Dus misschien had mevrouw persbericht deze term ook wel niet zelf bedacht. Stakeholders zei deze dame zijn belanghebbenden.

Terwijl ik dacht dat het minstens mensen moesten zijn die er erg veel toe deden en veel geld of macht hadden, zijn het dus eigenlijk gewone mensen. Elke Jan met de korte achternaam die er maar iets toedoet, zeg maar. Maar dat wordt dus niet gezegd. Tegenwoordig heet dat dus stakeholder. Schiet mij maar lek. Waarom al die moeilijke termen en het beestje niet gewoon bij de naam noemen?

Ik denk ook wel vaak dat het een manier is om zaken maar wat mooier voor te spiegelen dan ze in werkelijkheid zijn. Of om mensen zo murw te maken dat ze zich dom voelen en niet durven vragen wat iets in werkelijkheid is. Een van de gemeenten waarin ik momenteel werk heeft daar ook zo’n handje van. Persberichten die alleen bestemd zijn voor professoren.

Stikvol moeilijke woorden, zodat de boodschap niet echt duidelijk wordt. Dus ik dan maar weer bellen. Of ik verander het gewoon omdat ik in sommige gevallen wel begrijp wat er in het echt staat. Maar op de website van die gemeente staan al die moeilijke woorden ook. Terwijl het om een gemeente gaat met een hele hoge werkloosheid, niet de hoogst geschoolde mensen en veel allochtonen.

Dan moet je dat toch juist niet doen? En onze Nederlandse taal is al moeilijk genoeg. Dat heb ik vanavond weer gemerkt. Wij hadden namelijk dictee. En daarin kwamen zinnen voor als op z’n janboerenfluitjes (aan elkaar of toch niet?), exquise gerechten (ik worstelde met de x en de q) en met frambozenrode shirtjes (moet die kleur nu aan elkaar of niet?). Als we dat met z’n allen al niet eens zo uit het hoofd weten, waarom dan al die verhullende termen inzetten? Maar ik doe het in het vervolg nu steeds heb ik me voorgenomen: bij elk moeilijk woord vragen wat het betekent. Ik zal ze krijgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten