maandag 16 september 2013

Matthijs

Matthijs zie ik elke avond. Net zoals zoveel Nederlanders. We luisteren naar hem, zijn aandachtig zijn onderwerpen en kijken naar zijn bijzondere gasten en luisteren naar bands of solo artiesten die hij weet ik waar altijd vandaan haalt. Matthijs is de getapte jongen met het mooie blonde wilde haar. Maar dat was Matthijs een dikke twintig jaar geleden ook al. En toen zaten wij op wat in de volksmond School voor Journalistiek heet. En op die school moest je ook stage lopen.

In onze jaren kon je nog kiezen voor twee specialisaties en de geschreven pers mensen (zoals ik) die dus kranten en tijdschriften wilden vullen, gingen niet zo goed samen met de radio en tv mensen. Die waren namelijk wat wilder en wat losser. En naar onze smaak soms ook wat te veel zonder geweten. De lessen radio en tv en geschreven pers waren vanzelfsprekend niet in gezamenlijkheid, maar in de pauze kwam iedereen van deze deeltijdopleiding wel samen om met koffie de moraal weer wat op te peppen. Want we deden het er allemaal bij en moesten dus twee keer in de week naar Zwolle kachelen om daar nog 4 uur in de collegebanken te zitten.

En om de zes weken hadden we tentamenweek. Dan sloten we ons zelf op en studeerden tot we er bij neervielen. En daar weer tussen door schreven we scripties alsof ons leven er van af hing. Een sociaal leven hadden we bijna niet meer, maar we deden wel de opleiding die we zo graag wilden halen. Natuurlijk dwaal ik hiermee af van het oorspronkelijke onderwerp, want dat is dus Matthijs.
Stage en Matthijs. Want een aantal van onze radio en tv studenten liepen stage bij Matthijs. En de vrouwen mochten meer dan dat alleen bij Matthijs, als u begrijpt wat ik bedoel. Maar de affaires van Matthijs met onze medestudenten werden daar onder de koffie besproken. En vanaf dat moment had ik eigenlijk wel een hekel aan Matthijs. Want wat hij deed was niet bepaald netjes.

Dus dacht ik elke keer als ik Matthijs zag: “Klootzak.” En toen zag ik hem opeens vorige week voorbij komen met een openbaring. Mensen moesten vertellen wat hun guilty pleasures waren als het om de muziek gaat. Liedjes dus die je keihard mee blèrt, maar waar je je eigenlijk wel voor schaamt. De tafelgasten kwamen met Hello, is it me you’re looking for van Lionel Richie, Lady in Red van Chris de Burgh, Jermaine Jackson en Pia Zadora en zelfs Ein bisschen Frieden van Nicole. En toen moest Matthijs. En hij biechtte op, zonder zich daarvoor te schamen, dat hij genoot van Roger Whittaker met Last Farewell. Zoetsappiger dan dat kun je het nauwelijks hebben. En toen begon diezelfde Matthijs opeens ook nog mee te zingen. En dat was meer dan aandoenlijk. En toen dacht ik zomaar opeens:” Ach die Matthijs toch.” En ik vergaf hem. Voor al zijn klootzakkerigheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten