maandag 8 juli 2013

Je hebt van die dagen

Soms heb je ze. Van die dagen. Van die dagen waarop alles fout gaat. Waarop je bedacht hebt dat het allemaal leuk gaat worden. En dat het dan niet wordt. Zondag was zo’n dag. Er moesten nog flink wat interviews uitgewerkt worden, maar dat ging minder soepel dan ik dacht. Ik moest wachten op kopij van anderen en ook dat kwam niet. Ik zocht naar foto’s en die kon ik niet vinden.

De laptop waar die dingen op staan, is namelijk uit het jaar nul en het apparaat had ongeveer een half jaar nodig om op te starten. Toen al die hobbels toch waren genomen, ontbraken er toch weer zaken. Ik moest 14 verhalen hebben en kon er maar 13 vinden. Het blond van de kapper had blijkbaar zijn werk gedaan, want natuurlijk was nummer 14 er ook wel. Maar daar kwam ik pas na 2 uur zoeken eens achter. Enfin, toen ik chagrijnig in mijn zetel neerzeeg, stootte ik blijkbaar per ongeluk een schilderij aan. Dat donderde echt met geraas naar beneden. Bovendien op een groot Boeddhabeeld dat daar stond op een oosters tafeltje.

De Boeddha werd onthoofd, het tafeltje volledig ontwricht. Maar ook de kaarsjes op het tafeltje en de kettinkjes rond de nek van de Boeddha werden gelanceerd. Wat een bende. Dommer dan dom gooide ik de gewonde Boeddha maar in de vuilnisemmer (mag dat eigenlijk wel, is dat geen heiligschennis?). Terwijl ik bedacht dat deze dag het niet meer ging worden en het tijd was voor mijn bed, grepen mijn handen al naar de vaatwasser. Die eerst maar even vullen.

Pannen met rotzooi eerst maar even legen in dezelfde vuilnisemmer waar ook mister Boeddha in delen in was verdwenen. Maar toen bleek dat de vuilniszak wel heel vol was. Ik wurm het ding uit de emmer, althans daar deed ik een poging toe. Ik wurmde nog eens en toen nog eens. Het ding kwam los, ik wilde al joepie schreeuwen toen de hele bodem eruit viel. Alle prut van een paar dagen over de vloer. Beschimmelde sinaasappels, uitgelopen boontjes, vieze drab van ondefinieerbare zaken. En een stank! Niet te harden. Waarschijnlijk door de warmte.

En daar stond ik tot aan mijn knieƫn in wat leek op De Steke. De uitgewoonde zak in en andere overkiepen ging moeizaam. Want wat er nog in het oude exemplaar zat viel toen ook maar lekker naast de andere zooi op de grond. Dus heb ik maar met mijn ogen dicht zitten graaien en opvegen. Toen als een haas met de nieuwe vuilniszak naar beneden gerend, voordat hij weer kans zag om te knappen. En daarna met bleek de hele zooi grondig gereinigd. En nu stinkt het. In mijn huis. Naar bleek. Omdat het mijn dag gewoon niet was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten