maandag 27 augustus 2012

Gangpad liggen

Boodschappen doen is voor mij momenteel nog een hele klus. Lopend een rondje Lemmer lukt niet meer, maar als ik de auto meeneem kan ik het allemaal net redden. Na één van die tochtjes had ik blijkbaar toch weer te veel winkels genomen en stortte ik helemaal in toen ik de trappen naar mijn woning had genomen. Ik had nog net het benul om de diepvriesspullen uit te pakken, de rest heeft 3 uur in de gang gestaan. Ik lag ondertussen uitgeteld op de bank. Toen ik eindelijk weer wat energie kreeg en dorst, ging ik blind als Jules de Korte op weg naar de keuken. Lenzen kan ik niet meer in, dus ik moet altijd mijn bril op om goed te zien, maar die kon ik zo even niet vinden. Staand naast de waterkoker keek ik even naar buiten. Alles was wazig natuurlijk, maar ik zag wel ergens een ietwat grote vlek liggen. Thuisbrengen kon ik het niet, maar dat was ook omdat ik echt alleen maar een vlek zag. Iets in mijn alarmeerde me. Waarom weet ik niet, maar ik ging toch maar naarstig op zoek naar mijn bril. Ik vond hem ergens op de bank. Toen ik weer naar buiten keek bleek de vlek geen vlek, maar een mens. Een mens die er naar mijn idee heel raar bij lag. En ook geen beweging maakte. Blijkbaar bevreemdde mij dat alleen, want er waren ook mensen in de buurt van degene die daar lag. Ik zette thee en keek weer. Ik zag geen verschil. Ik observeerde nog een paar minuten en vond het vreemd dat niemand naar de persoon in kwestie ging om te kijken wat er precies aan de hand was. Zelf had ik de kracht niet om de trappen weer af te lopen. Bovendien zit er een soort permanent infuus in mijn arm waardoor ik redelijk weinig kan doen. Toen er na 5 minuten geen verandering in de situatie kwam, vond ik dat ik actie moest ondernemen. Ik dacht degene te kennen die daar lag en pijnigde mijn hersenen over een achternaam. Toen ik hem eindelijk had typte ik hem in op mijn computer. Geen resultaat. Een oom bedacht ik me toen. Maar daarvan kon ik alleen maar weer de voornaam bedenken. Een vriendin gebeld die alles weet en jawel zij kon me de achternaam leveren. Ook weer opgezocht in de digitale telefoongids en ja daar kwam een nummer uitrollen. Met de telefoon aan het oor en voor het raam belde ik. Ik sprak mijn ongerustheid uit en dat ik wel wilde, maar verder niets kon doen. Gelukkig was er daarna vrij snel actie. En de persoon die daar voor mijn gevoel al zo lang zo raar lag, bewoog godzijdank. Ik stortte daarna weer ter aarde, maar snapte niet dat mensen zomaar aan zoiets voorbij kunnen gaan. Stel dat ik op een dag ergens in het gangpad lig en iedereen zomaar om me heen stapt. ..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten