woensdag 6 juni 2012

Dat wachten op die uitslag

Wachten op de uitslag, een week lang. Om te kijken of er uitzaaiingen zijn in longen, lever en botten. Daarvoor moest ik door de molen. Thoraxfoto om te kijken of er ook iets in de longen zat. Leverecho om te kijken of dit schoon was. En een botscan. Mijn broertje ging weer mee, alle keren. In Emmeloord konden vrij snel de thoraxfoto en de leverecho worden gemaakt. Uitsluitsel over de lever had ik direct, de longfoto bleef onbesproken.
Daarna een gesprek met de mevrouw van de mammapoli. Een uitstekend initiatief, want die dames zijn niet alleen lief en aardig maar leggen ook alles uit wat je wilt weten. En ze zijn elke dag bereikbaar. Gouden wijven die een medaille verdienen. Pas een week na de uitleg over hoe een operatie verloopt, wat er allemaal mogelijk is en de thoraxfoto en de leverecho volgt de botscan. Ik voel ondertussen van alles. Ik heb pijn in mijn rug, in mijn longen. Ik weet zeker dat alles vol zit, want die pijn moet toch ergens vandaan komen?
Zaken regelen
Tussen het inspuiten van radioactief materiaal en het daadwerkelijk maken van de scan gaan mijn broer en ik naar de bank om mijn financiƫn te regelen. Hij wil er eigenlijk niet aan, maar ik wil wel dat hij een aantal zaken voor me kan regelen mocht ik het niet meer kunnen. Ik vraag ook over de situatie mocht ik doodgaan en ik zie dat hem dat pijn doet. Wat ik snap, maar ik vind dat het goed geregeld moet zijn. Daarna gaan we het dorp in en drinken we wat en neem ik een gezonde salade. Alles voor mijn gezondheid, hoe beroerd die momenteel ook is. En dan wacht een enorm lang weekend. En moederdag.

Op zaterdag ga ik met een vriendin naar een fair en kopen we ondermeer tomatenplanten en plantjes voor het graf van mijn ouders. Ik ben niet meer bij het graf geweest sinds ik weet dat ik ziek ben. Ik wil niet dat zij het weten. Wat belachelijk is, maar zo voelt het. Maar Moederdag kan ik niet overslaan. Ik ben bang voor mijn eigen emoties. Mis mijn ouders nu meer dan ooit. Maar ben ook blij dat zij al dit verdriet niet hebben hoeven meemaken.

Als ik de begraafplaats betreed, is er rust. Sereen en mooi. Eigenlijk is dat altijd zo. De vogels fluiten, de wind waait zachtjes. Het graf blijkt overgroeid met rotzooi. Gelukkig heb ik scheppen en harkjes bij me. Ik fatsoeneer het, zet er nieuwe plantjes in en geef ze water. Daarna maak ik de steen schoon en ruim ik de rotzooi op. Het is mooi weer en ik rijd door naar vrienden die aan het water wonen. Ik word in een stoel gezet in de zon, we drinken thee en er komen vele anderen langs. We praten, lachen, hebben het over mijn ziekte.

Om vijf uur ga ik naar huis en dan wacht een lange nacht. Nog twee te gaan, dan is er het uur van de waarheid. Op maandag werk ik en dat geeft afleiding. Gezeur over belachelijke dingen wil ik bijna elke keer beantwoorden met: ”Waar maakt u zich toch druk over. Ik heb kanker.” Maar dat doe ik niet. Collega Jitze en ik hebben het goed op maandag en ook met de anderen is het goed toeven.

Maandagavond neem ik direct een slaappil, omdat ik weet dat ik anders echt de slaap niet kan vatten. Ik slaap, maar ben vroeg wakker. Grote vraag is hoe ik me die avond ga voelen? Krijg ik mijn doodsvonnis, of is er nog hoop? Ik rond een huis aan huis krant af en ga dan naar huis. Stofzuig de kamer nog en ga dan maar naar mijn broer. Ik houd het thuis niet langer uit namelijk.

We rijden naar het ziekenhuis en een paar keer vraag ik bijna: ”Zullen we gewoon niet gaan? Gewoon doen alsof het niet zo is?” Maar we gaan. Natuurlijk loopt het spreekuur weer uit. Wat ik belachelijk vind, want iemand die op zo’n boodschap zit te wachten kun je eigenlijk geen seconde langer laten wachten. Mijn broer is zenuwachtig, ik zie het aan hem. In de wachtkamer maakt hij grapjes en probeert me af te leiden. Wat niet lukt. Ik praat maar wat mee, maar het komt helemaal niet binnen wat hij zegt. Er komt een oude bekende voorbij, maar ik kan me niet concentreren op leuke praatjes.

Dan mijn naam. Met knikkende knietjes naar binnen. Alleen de verpleegkundige is maar binnen en ook zij gaat weg. We kijken naar het scherm of we ook iets zien dat kan aantonen wat de uitslag is. We zien niets. Dan komt de chirurg binnen. Vrij snel na binnenkomst zegt ze dat er niets is gevonden. Yes schreeuwen we allebei. Daarna werken we de lijst met vragen die ik heb af en vraagt mijn broer nog of het nu echt zeker is dat er niets gevonden is. Ik zeg dat er iets in mijn lies zit en of ze daar ook nog naar wil kijken. Ook dat wilde ik eerst niet. Struisvogelpolitiek, ik weet het. Ze bevoelt de lies en zegt dat het een bloedvat is. Weer een zucht van verlichting. Dan voelt ze weer aan borst en oksel en legt uit wat het plan is. Borstsparende operatie, alle lymfeklieren weghalen, bestralen en chemo. Het totale pakket. Geen florissant vooruitzicht, maar in het licht van het nieuws dat we net gekregen hebben toch ook wel weer. Daarna een gesprek met de Carin van de Mammapoli die uitlegt hoe een borstbesparende operatie in zijn werk gaat en wat er verder staat te gebeuren.

Daarna nog naar de bloedafname om te bepalen hoe dat eruit ziet. Er worden buizen vol uit me gehaald en dan is het op naar de opname afdeling. Inmiddels weten we dat het nog 3 tot 4 weken duurt tot er een operatie kan worden uitgevoerd. Veel te lang. Maar ik wil ook nog een second opinion. Vooral het verwijderen van de lymfeklieren zit me dwars en ik weet dat het AVL daar tegenwoordig andere manieren voor heeft. Wel een deel weghalen, maar niet alles. Dat zorgt vaak voor beter gebruik van de arm en beperking van oedeemvorming. Maar dat moet een afspraak daar uitmaken, als ik daar tenminste tussenkom.

De kinderen van mijn broer zijn uitzinnig als ze horen dat alles goed is. Nils is met zijn moeder bij de kapper, maar ze komen samen terug met een heel mooi fotolijstje waarin een foto van hem en zijn zusje wordt gedaan. Geweldig om te merken hoe dicht we elkaar weer genaderd zijn. Alleen k.. dat daarvoor zo’n ziekte voor nodig is. Anieke is op schoolreis en als zij om vijf uur thuis komt, besluiten we te vieren dat er geen uitzaaiingen zijn. We gaan naar de wok waar het vrij rustig is en eten ons te barsten. Vandaag neem ik een alcoholisch drankje. Omdat het nu even mag van mezelf. Na twee slokjes sta ik volledig op mijn kop, maar het voelt goed. We hebben een gezellig avond en die nacht slaap ik voor het eerst zonder pil goed. Ja ik heb kanker, maar nee ik heb geen uitzaaiingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten